Verkeer en duurzaamheid: elke gemeente worstelt ermee om deze twee te combineren. Sommige gemeentes nemen drastische maatregelen via circulatieplannen, andere laten het over aan de marktwerking. Maar geen enkele gemeente is tégen duurzaamheid. De files groeien, uitstoot neemt jaar na jaar toe en het aantal ongevallen stagneert. Iedereen kijkt naar de toekomst voor de grote oplossingen: de slimme zelfrijdende wagen, slimme infrastructuur, slimme verkeerslichten, slimme mensen. Plaats ergens het woord slim voor en de problemen zullen wel opgelost raken.
Fout! Technologie is een middel, geen oplossing. Sta me toe om 5 radicale oplossingen voor te stellen om onze gemeentes nu al te transformeren naar 'slimme duurzame gemeentes'. Ik heb ze niet allemaal zelf verzonnen, vaak gewoonweg slim gepikt. Want 'slim' gaat over meer dan enkel technologie. Het gaat over je doelstellingen bereiken door goed na te denken over oplossingen en af te kijken bij je buren waar nodig. Spieken mag.
Tip 1: Breid bewonersparkeerzones uit
Investeer in randparking mobi-hubs
In veel steden is het een van de grootste frustraties: bewoners vinden geen of nauwelijks parkeerplaats en bijgevolg wordt er maar lustig wildgeparkeerd. Niet echt goed voor de leefkwaliteit. Een simpele en goedkope maatregel is het bewonersparkeren in woonwijken in te voeren. Simpel en effectief. Maar maatregelen moet je steeds nemen met voldoende alternatieven. Je kan het aantal parkeerplaatsen in woonwijken verlagen, maar tegelijkertijd moet je er elders wel bij creëren. Dan zijn de multimodale mob-hubs een uitkomst. Mobi-hubs zijn strategisch verknoopte plaatsen waar je via randparkings kan overgestappen op verschillende deelsystemen voor de last mile in de stad: de deelfiets, de deelbelbus, bus, tram of trein en ja, waarom ook niet: een kleine compacte deelwagen.
Dit vraagt natuurlijk een flinke investering in het openbaar vervoer in zijn geheel. Die aansluitingen moet ook ’s nachts voorzien worden. Deze ‘1ste gordel mobi-hubs’ zijn een aanvulling op de meer perifere ‘2de gordel Park & Rides’ die wat verder gelegen zijn. Via slimme prijssturing kun je automobilisten motiveren om zich zo ver mogelijk te parkeren. Wil je toch de stad inrijden? Geen probleem, er zijn voldoende ondergrondse parkeergarages, maar wel aan het tarief voor niet-inwoners. Voor mensen met een handicap kunnen sociale tarieven of bovengrondse parkeerplaatsen worden voorzien. Hamburg gaat tegen 2034 40% van zijn stad omtoveren in een autovrije zone. In de meeste steden is het uitbreiden van het bewonersparkeren dus nog maar een gematigde ambitie. Amsterdam werkt in grote stadsdelen al uitsluitend met bewonersparkeren. Ze begonnen bij een zone, maar uiteindelijk vroegen de burgers zelf om uitbreiding toen ze de voordelen zagen.
Tip 2: Een marktplaats voor parkeerplaatsen
Beloon de autolozen
‘Stok en wortel’, ‘olie en azijn’, ‘aaien en knijpen’. Duurzaam gedrag doe je ook via nudging. Het gemiddelde wagenbezit in Antwerpen is 1 per gezin terwijl de parkeernorm 1,2 wagen per gezin is. Dat lijkt best contradictorisch als je voor duurzame mobiliteit kiest. Waarom installeren we geen marktplaats voor parkeerplaatsen? Elk gezin krijgt exact 1 parkeerkaart en kan kiezen deze te houden voor hun eigen wagen of deze te verkopen aan de buren met twee wagens. Met dat geld kunnen ze vervolgens andere mobiliteitskeuzes maken: een velo-abonnement, openbaar vervoer, cambio of andere deelwagens betalen. Laat de markt maar werken, het kost de overheid geen cent. De vrijgekomen openbare ruimte kun je inrichten met degelijke fietsenstallingen, fietskluizen, openbaar groen, oplaadpalen voor elektrische wagens, parkeerruimte voor de deeleconomie, zitbanken of bredere voet- en fietspaden. Daarnaast is het een extra beloning voor jonge gezinnen. ‘Kom naar de stad en je buur betaalt voor je Cambio!’
Tip 3: Share City
Alleen nog parkeerplaatsen voor deelwagensystemen
Een gemiddelde wagen staat 22,5 uur per dag stil. In bedrijven worden ‘idle assets’ als iets negatiefs beschouwd. Door stilstaande wagens verspillen we ook veel geld en ruimte, want elke wagen heeft een parkeerplek nodig. Ik neem je mee in een utopie. De stad van de toekomst is de stad van 100% deeleconomie. Alle parkeerplaatsen reserveer je voor deelwagens. Er zijn geen eigenaars meer, wel mobiliteitsgebruikers. Inwoners of bezoekers, de paria’s die een eigen wagen willen bezitten, parkeren op strategische plaatsen aan de multimodale mob-hubs in de 1ste en 2de gordel mobi-hubs.
Op deze manier kom je gemakkelijk toe met de helft van het aantal parkeerplaatsen, terwijl iedereen nog steeds beroep kan doen op de wagen wanneer nodig. Reken daar nog een app voor ‘ride sharing’ op vervoersregionaal niveau met goede fiscale sturing bij en dan kan dat cijfer verder omlaag. Beeld je maar eens in wat je met de vrijgekomen ruimte wel niet kan doen. Je kan beweren dat het onhaalbaar is, maar Helsinki heeft het doel om tegen 2025 een volledige ‘deelstad’ zijn. Toch voorzichtiger? Start met een deelwijk voor nieuwe grootschalige bouwprojecten als testsite en experimenteer. Falen mag!
Tip 4: Slimme conflictvrije kruispunten
Met lang fiets- en voetgangersgroen
Conflictvrije kruispunten zijn al regelmatig uitgevoerd, hoewel er nog wettelijke zaken op te lossen zijn zoals fiets-fietsconflicten bij ‘vierkant groen’. Het nadeel van ‘vierkant groen’ is dat door de lange verplichte ontruimingstijden –om de voetganger na het groen veilig te laten oversteken voordat de auto groen krijgt– zorgen ervoor dat deze conflictvrije regelingen vaak resulteren in het beperken van het groenaandeel voor fiets en voetganger. Met andere woorden, als je dit implementeert op een complete verkeersas, moeten de fietsers en voetgangers vaker en langer wachten.
Hoe kan het beter? In vele Franse woonwijken wordt het al toegepast: het verbod om rechtsaf te slaan op de hoofdas om in een grote woonwijk te geraken met uitzondering van één toegang. Op dit ene ingangskruispunt zet je 'rechtsaf' in een aparte groenfase. Op alle andere kruispunten kan je vervolgens de fiets en voetganger 'meeverlengen' met het rechtdoorgaande verkeer. Zo krijgen ze meer groen en blijft het ook conflictvrij. Een win-winsituatie. Je knipt daarnaast ook je woonwijken op, waardoor je sluipverkeer uit de woonwijken haalt. Met technologie kun je de gewenste woonwijkcirculatie dus aanpassen.
Tip 5: Splits het fietswegennet op
Geef ruimte aan de pedelecs
De fietssnelwegen zijn een van de vele mooie initiatieven om de fiets op een goede manier te ontsluiten tussen steden. Daar mogen we terecht trots op zijn. Maar eens die fietser binnen de stad komt, wordt hij aan zijn lot overgelaten. Vaak kom je terecht op veel te smalle fietsstroken en is er niet echt een duidelijke en natuurlijke overgang naar de fietssnelwegen. Fietsstroken waar de fiets de prioritaire modi zijn, kunnen hier soelaas brengen. Op deze assen beperk je het langsparkeren en verbreed je de fietsruimte. Het liefst zijn ze breed genoeg om ook het fietswegennet te ontdubbelen. Met de komst van de e-bikes die 45 km/u rijden, is er een nieuwe modi in het landschap. Onze fietsinfrastructuur is er echter nog niet klaar voor en dat conflicteert vaak met andere modi, niet in het minst met de trage fiets en voetganger. Geef ze daarom de ruimte die ze verdienen met een vlot verbindend netwerk tot in de centrum van elke stad. Je zal zien dat de mobiliteit uit de periferie snel de voordelen van deze snelle fietsen zal inzien en er een aanzienlijke modale shift zal kunnen plaatsvinden.
Waarom wachten op disruptieve technologie als je nu al slim kunt zijn?