In de huidige war for talent vormen young potentials voor heel wat ondernemingen een interessante doelgroep. We hebben het dan over pas-afgestudeerden die de nodige basiskennis meekregen op de schoolbanken en die verder gekneed en opgeleid kunnen worden binnen de organisatie. Maar hoe denken deze millennials over hun toekomstige carrière, hoe staan zij tegenover toekomstige werkgevers en welke rol speelt ondernemerschap in deze keuze?
Antwerp Management School zocht dit recent voor je uit als partner van het internationale GUESSS-consortium waarbij meer dan 1.000 universiteiten uit 50 landen betrokken werden. In dit onderzoek werden wereldwijd meer dan 122.000 studenten uit diverse disciplines in het hoger onderwijs (economie, rechten, wetenschappen, geneeskunde, psychologie, enz.) bevraagd over hun toekomstige beroepskeuze en ondernemerschapsambities. We delen graag de voornaamste internationale inzichten met jou.
Ambities na de studies
In tijden waarin ondernemerschap hot en trendy is, zien we dat de overgrote meerderheid van de studenten (80,3%) nog steeds een carrière als werknemer verkiest onmiddellijk na hun studies. Op de eerste plaats hebben studenten hierbij een voorkeur voor een job binnen een grote onderneming (23,8%), op de voet gevolgd door een carrière binnen een middelgrote onderneming (20,3%). 14,9% van de studenten verkiest een job in een kleine onderneming, wat nog steeds hoger is dan de voorkeur voor een carrière bij de overheid (10,9%).
"De overgrote meerderheid van de studenten (80,3%) verkiest onmiddelijk na hun studies nog steeds een carrière als werknemer boven het ondernemerschap."
Verder kunnen we vaststellen dat 8,8% van de studenten aangeeft onmiddellijk na hun studies actief te willen worden als ondernemer in een eigen opgerichte onderneming. 2,6% verkiest eerder een bestaand bedrijf over te nemen, al dan niet in handen van familieleden. Ongeveer 1 op de 5 studenten (21,9%) geeft echter aan dat zij reeds de nodige stappen aan het voorbereiden zijn om op termijn hun eigen onderneming in de wereld te zetten.
Ambities na 5 jaar
Indien we bij de studenten de toekomstige carrière-intenties peilen binnen een periode van 5 jaar na het afstuderen, wordt het belang van ondernemerschap nog duidelijker. 38,2% van de studenten verkiest dan immers actief te willen worden als ondernemer in zijn/haar eigen onderneming. Heel wat studenten verkiezen dus om eerst als werknemer aan de slag te gaan na de studies, om vervolgens binnen een periode van 5 jaar de overstap te maken naar het zelfstandig ondernemerschap. Dit patroon van “eerst werknemer, dan ondernemer” wordt algemeen bevestigd in de diverse landen betrokken in deze studie. Zie ook in bovenstaande grafiek.
"Studenten wiens ouders eveneens een zelfstandige activiteit uitoefenen vertonen duidelijk meer interesse om zelf in de toekomst actief te worden als ondernemer."
Indien we inzoomen op de studenten met ondernemerschapsambities, kunnen we vaststellen dat drie factoren hierbij een beïnvloedende rol spelen. Vrouwelijke studenten hebben een beduidend lagere intentie om zelfstandig ondernemer te worden dan mannelijke. Studenten wiens ouders eveneens een zelfstandige activiteit uitoefenen vertonen duidelijk meer interesse om zelf in de toekomst actief te worden als ondernemer, waarbij dit laatste verder positief beïnvloed wordt door het succes van de zelfstandige activiteit van de ouder(s). Dit bevestigt het belang van de ouders als ondernemend rolmodel.
Ondernemende bedrijfsfamilies
Een interessante doelgroep zijn de studenten die deel uitmaken van een ondernemende bedrijfsfamilie. Bijna 1 op 5 van de bevraagde studenten (18,5%) geeft aan dat zij thuis een familiebedrijf hebben. 61,7% van deze studenten heeft in het verleden reeds gewerkt in het familiebedrijf en bijna de helft (48,7%) geeft aan dat zij reeds aandeelhouder zijn binnen het familiebedrijf. Wat de toekomstige overdracht betreft van het familiebedrijf, geeft de meerderheid (61,5%) van deze zonen en dochters aan dat zij het behoud van de harmonie binnen de familie het belangrijkst vinden, terwijl 38,5% eerder de langetermijncontinuïteit van het bedrijf vooropstelt.
"Hoe sterker men de prestaties van het familiebedrijf inschat ten opzichte van de concurrentie, hoe sterker de intentie is om ooit actief te worden als opvolger in het familiebedrijf."
Op de vraag of deze zonen en dochters zelf een sterke intentie hebben om ooit opvolger te worden in het familiebedrijf, antwoordt 1 op de 3 eerder bevestigend. Wat betreft het tijdsperspectief kunnen we vaststellen dat de meerderheid (62,6%) zich het familiebedrijf ziet overnemen in een periode van 6 jaar op z'n vroegst. Tot slot kunnen we ook hier vaststellen dat hoe sterker men de prestaties van het familiebedrijf inschat ten opzichte van de concurrentie op het vlak van omzet, marktaandeel, winst, werkgelegenheid en innovatie, hoe sterker de intentie is om ooit actief te worden als opvolger in het familiebedrijf.
Wil je als ondernemer uitgebreid inzicht krijgen in de specifieke cijfers voor ons land, kom dan op 8 februari naar de inspiratieavond rond HR 4.0 op Antwerp Management School en ontdek hoe onze Belgische studenten precies denken over hun carrière en de rol van ondernemerschap.