Werknemer verwacht meer van werkgever
Na lockdowns, vaccinaties en boosters is het duidelijk: we leren stilletjesaan leven (en werken) met COVID. Maar welke blijvende weerslag heeft de pandemie op de rol die werk speelt in ons leven? En hoe zit het met die dreigende burnout golf? AMS Professoren Kathleen Vangronsvelt en Ans De Vos deden de afgelopen twee jaar onderzoek naar de impact van de pandemie bij werkgevers en werknemers en ondervroeg hiervoor (i.s.m. UGent) 8848 werknemers. Werknemers geven aan steeds steviger in hun schoenen te staan en meer te verwachten van hun werkgever, maar vinden niet altijd de manier om het dialoog aan te gaan. Twintigers vormen een speciale kwetsbare doelgroep.
60% verwacht meer flexibiliteit van werkgever dan voor COVID
Waar veel werkgevers pre-2020 nog weinig happig waren om plaats- en tijdsonafhankelijk werk toe te staan, is telewerk inmiddels sterk genormaliseerd. Sterker nog - het is vaak een verworven recht geworden. Maar liefst zes op de tien werknemers verwachten méér flexibiliteit van hun werkgever rond waar én wanneer ze werken dan voor de pandemie. Eén op de twee verwacht nu ook meer begrip van de werkgever wanneer er problemen zijn in de privé situatie, of wanneer de werknemer worstelt met diens mentaal welzijn.
Slechts 13% is zelf ook bereid tot meer flexibiliteit
Geldt die flexibiliteit dan ook in de andere richting? De cijfers lijken het tegendeel te suggereren. Slechts 13% van de werknemers geeft aan dat hun bereidheid om buiten de werkuren bereikbaar te zijn voor werk, gestegen is sinds Corona. Vooral dertigers en veertigers willen niet langer na de uren gecontacteerd worden - voor twintigers ligt die bereidheid hoger. Twintigers staan ook meer open om aanwezig te zijn op kantoor, maar stellen hun grenzen op andere vlakken en zijn dan weer minder happig dan andere leeftijdsgroepen om op vaste uren te werken.
Professor Kathleen Vangronsvelt, AMS, legt uit: “werknemers voelen dat het machtsevenwicht verschoven is. Mensen nemen het heft en hun werkomstandigheden meer in eigen handen nu ze merken dat het kader niet in steen gebeiteld staat. De krapte op de arbeidsmarkt zal hier zeker ook een invloed op hebben - werknemers bevinden zich momenteel in een relatieve machtspositie”.
1 op de 3 vindt het nog altijd moeilijk om over mentaal welzijn te praten in organisatie, twintigers extra kwetsbare groep
Zijn er dan geen heilige huisjes meer? Zo simpel ligt het ook niet. Vangronsvelt: “Uit ons onderzoek blijkt dat één op de drie het nog altijd moeilijk vindt om mentaal welzijn aan te kaarten met de werkgever”. En dat is een probleem, want als er iets zwaar onder druk stond tijdens de afgelopen 2 jaar, is het wel mentaal welzijn. Vangronsvelt: “Wellicht is dit ook een belangrijke reden waarom werknemers meer flexibiliteit verwachten van de werkgever en hier tegelijk zelf minder toe bereid zijn - de koek is op na twee jaar Covid”. Uit de resultaten blijkt verder dat de twintigers van alle leeftijdsgroepen het meeste moeite hebben om binnen de organisatie te praten over werkdruk (36 % van hen vindt dit moeilijk vs 28 % over alle werknemers heen).
“Als jonge werknemer met minder jaren werkervaring, is het waarschijnlijk moeilijker om te weten ‘wat normaal is’ wat werkdruk betreft. Daarenboven kunnen zij ook meer onzeker zijn in het brengen van moeilijke boodschappen. Hier kunnen de leidinggevenden een belangrijke rol spelen, door het gesprek met hun medewerkers aan te gaan, een veilige context te creëren en wederzijdse verwachtingen over bijvoorbeeld werkdruk bespreekbaar te maken”, aldus Sara Bastiaensens, onderzoeker Next Generation Work bij AMS.
The great resignation? Jongeren juist significant honkvaster
Het aandeel mensen dat op zoek is naar een andere job blijft hetzelfde als in 2021 (ongeveer 25 %). Ook 1 op 4 werknemers geven echter aan dat ze minder dan voor de pandemie bereid zijn om zich loyaal op te stellen naar de werkgever en zeggen bijvoorbeeld nu wél uit te kijken naar andere jobs. Een teken aan de wand dat de Great Resignation ook naar ons land komt?
Professor Ans De Vos, AMS, nuanceert: “Er zijn grote verschillen in leeftijdsgroepen. Bij de twintigers is er juist een daling in de mate waarin men op zoek is naar ander werk van maar liefst 14%, en deze groep geeft ook aan meer loyaliteit te voelen jegens de werkgever.”
Ook zestigers zijn juist minder op zoek naar ander werk dan vorig jaar, maar bij hen gaat dit niet gepaard met gestegen loyaliteit. Vele zestigers blijven wellicht omdat ze nog weinig perspectief op een nieuwe job zien, of simpelweg de nood niet voelen om de laatste jaren van hun loopbaan van job te veranderen. Dertigers, veertigers en vijftigers staan wél meer open voor een nieuwe opportuniteit.
Dertigers, veertigers en vijftigers op zoek naar nieuwe opportuniteiten
Hoe verklaren we dat verschil tussen de leeftijdsgroepen? “Onboarding in tijden van veel telewerk, is voor niemand makkelijk. Maar voor jonge werknemers is het een extra uitdaging, omdat zij nog minder zelfstandig aan de slag kunnen dan iemand met meer werkervaring. Het vele telewerken kan voor jongere werknemers dus juist een drempel zijn om van werk te veranderen”. Wat de stijging bij de middengroep betreft, zoekt Vangronsvelt de verklaring eerder in het afwachten van het juiste moment: “Dertigers, veertigers en vijftigers hebben mogelijk de kat uit de boom gekeken tijdens de economisch onzekere COVID periode en voelen nu dat er opportuniteiten zijn. Een great resignation zien we hier dus nog altijd niet gebeuren, maar wél een opmerkelijke tendens”.
“Het nieuwe normaal” is het enige dat gekend is
Daarnaast wijst De Vos op een andere reden waarom jongeren minder, en dertigers, veertigers en vijftiger nu meer op zoek gaan naar ander werk: de verschillende ervaringen met het sociaal contact met collega’s en de sfeer op de werkvloer. Laten dat nu net de zaken zijn die de voorbije 2 jaar sterk onder druk stonden. “Bij The Great Resignation is verloop eigenlijk ook maar het topje van de ijsberg. Daaronder zit een algemeen sentiment van vervreemding en een gevoel van ‘het is genoeg geweest’.” Dat zien we niet enkel terug in het onevenwicht tussen flexibiliteit verwachten van de werkgever en wat werknemers zelf bereid zijn om te geven, maar ook in meer verloop. “En die processen spelen sterker voor medewerkers die kunnen vergelijken met hoe het vroeger was, dan voor jongeren die nog niet die historie mee hebben. In het begin van je loopbaan word je opgevoed in wat werken eigenlijk is en wat normaal is - ‘het nieuwe normaal’ is voor jonge werknemers dus gewoon normaal - het enige dat ze gekend hebben”.
Over dit onderzoek
Dit onderzoek kwam tot stand dankzij een samenwerking tussen het expertisecentrum Next Generation Work van Antwerp Management School en UGent en werd mede mogelijk gemaakt door B-Tonic, dochteronderneming van Baloise Insurance, Bpact/Indiville, SD Worx en HRmagazine. De werknemersbevraging werd afgenomen bij de Belgische werkende bevolking (8848 werknemers over 3 bevragingen); de laatste bevraging vond plaats tussen 25 mei en 17 juni 2022 bij 1902 respondenten.
Meer weten? Op de onderzoekspagina worden alle resultaten en bijhorende handvaten gedeeld.