Net voor het zomerreces kwam er groen licht voor een mobiliteitsbudget op basis van het car-for-cash-principe. Hiermee zouden werknemers vanaf volgend jaar hun bedrijfswagen kunnen inruilen voor een som geld in de vorm van een mobiliteitsvergoeding. Het akkoord werd inmiddels verder in detail uitgewerkt en omgedoopt tot mobiliteitsvergoeding, maar dat alles moest de toets van de Raad van State nog doorstaan. De grote krijtlijnen liggen wel al vast en doen we graag uit de doeken.
Het advies van de Raad van State werd op 16 november 2017 aan de regering meegedeeld en is negatief over de hele lijn. De gunstige (para)fiscale behandeling van de mobiliteitsvergoeding kan voor de Raad van State niet door de beugel. Overtuigd dat werknemers die overstappen naar het systeem van de mobiliteitsvergoeding tegelijkertijd ook zouden overstappen naar meer duurzame verplaatsingswijzen, is zij evenmin. De Raad vreest dat het beoogde doel – verlichten van de mobiliteitsknoop en het milieu – niet zal bereikt worden via de voorgestelde maatregelen.
"De Raad vreest dat het beoogde doel – verlichten van de mobiliteitsknoop en het milieu – niet zal bereikt worden via de voorgestelde maatregelen."
De ‘cash for car’ regeling maakt deel uit van het begrotingsakkoord en kan dus niet zonder discussie opzij geschoven worden. De kans is dus reëel dat men ervoor kiest de ingeslagen weg verder te zetten, mits bijsturing en bijkomende motivering. Toch doen we graag de krijtlijnen van het ontwerp uit de doeken, in de wetenschap dat bepaalde punten mogelijk nog wijzigingen zullen ondergaan.
Het car-for-cash-principe
Bedrijfswagens liggen al jaren onder vuur. Het voorbije jaar broedden de federale meerderheidspartijen op een oplossing om het gebruik ervan aan banden te leggen. Toen we vanuit SD Worx op vraag van de regering een wetsontwerp formuleerden, raakte het initiatief in een stroomversnelling.
"Net voor het zomerreces kwam er groen licht voor een mobiliteitsbudget op basis van het car-for-cash-principe."
Net voor het zomerreces kwam er groen licht voor een mobiliteitsbudget op basis van het car-for-cash-principe. Het akkoord werd inmiddels verder in detail uitgewerkt en omgedoopt tot mobiliteitsvergoeding, maar dat alles moet de toets van de Raad van State nog doorstaan. De grote krijtlijnen liggen wel al vast en doen we graag uit de doeken.
Keuzevrijheid staat centraal
Aan de basis ligt een dubbele keuzevrijheid: de werkgever beslist of hij zijn werknemers de mogelijkheid geeft om hun auto in te ruilen voor cash. Hij kan daar ook eigen regels aan koppelen, zoals wie hij die mogelijkheid biedt, welke wagens wanneer laten inleveren, enz.).
Werknemers hebben op hun beurt de vrijheid om al dan niet op dat voorstel in te gaan.
Grotendeels zelfde behandeling voor ‘cash’ en ‘car’
De mobiliteitsvergoeding zal worden berekend in functie van de cataloguswaarde van de ingeleverde auto en de eventuele eigen werknemersbijdrage voor het gebruik ervan. Ook een tankkaart dikt de geldsom verder aan.
Concreet staat de vergoeding gelijk aan 20% van 6/7e van de cataloguswaarde. Dat bedrag ligt 20% hoger wanneer de werknemer ook een tankkaart had. De eigen bijdrage van de werknemer wordt dan weer in mindering gebracht.
De mobiliteitsvergoeding krijgt een (para)fiscale behandeling geïnspireerd op die van de salariswagen:
- De mobiliteitsvergoeding is geen loon. Werkgever noch werknemer betalen RSZ-bijdragen. De werkgever betaalt wel een solidariteitsbijdrage aan de RSZ, gelijk aan de solidariteitsbijdrage van de ingeruilde salariswagen;
- Werknemers worden belast op een bedrag dat het resultaat is van de formule (cataloguswaarde x 6/7) x 4%. Het maakt dus niet uit of de werknemer een oude, vervuilende wagen dan wel een recenter, milieuvriendelijker model inlevert.
"Werknemers die opteren voor de mobiliteitsvergoeding moeten na inlevering van de salariswagen de kosten voor hun woon-werkverplaatsingen zelf financieren."
Werknemers die opteren voor de mobiliteitsvergoeding moeten na inlevering van de salariswagen de kosten voor hun woon-werkverplaatsingen zelf financieren. Ongeacht het gekozen vervoersmiddel. De werkgever heeft geen enkele verplichting meer om hierin tussen te komen.
Goede eerste stap
De mobiliteitsvergoeding doet alvast nadenken over ons woon-werkverkeer, maar het kan nog een stap verder gaan. Door werknemers een mobiliteitsbudget aan te reiken dat ze kunnen spenderen aan een waaier van vervoersoplossingen, creëer je nog meer flexibiliteit en keuze. Werknemers kunnen dan bijvoorbeeld kiezen voor een kleinere salariswagen en het bedrag dat overblijft investeren in een plooifiets, om de laatste kilometers naar het werk per fiets af te leggen. Geen file, geen parkeerstress. Voor wie een lang traject voor de boeg heeft, kan dat een prima alternatief zijn. Of je investeert in een abonnement voor het openbaar vervoer, een elektrische fiets of een 'Speed Pedelec'.
"Door werknemers een mobiliteitsbudget aan te reiken dat ze kunnen spenderen aan een waaier van vervoersoplossingen, creëer je nog meer flexibiliteit en keuze."
In een ideaal scenario kan het advies van de Raad van State beschouwd worden als een hefboom om de alternatieve piste van een echt multimodaal mobiliteitsbudget te integreren in de federale ontwerptekst. Een scenario dat niet ondenkbaar is, maar veel tijd in beslag zal nemen, waardoor de vooropgestelde deadline van 1 januari 2018 plots erg moeilijk bereikbaar lijkt. Alles is nog mogelijk; de komende dagen en weken zal blijken welke richting de regering uitgaat.
Maak zelf de rekensom
Of 2018 effectief een sleuteljaar voor mobiliteit binnen de arbeidsrelatie wordt, valt dus nog af te wachten. Het Planbureau becijferde alvast dat wie veel kilometers aflegt met zijn salariswagen verlies boekt door voor de geldsom te kiezen. Onder meer door de manier waarop het gebruik van de tankkaart erin wordt verrekend.
"Het Planbureau becijferde alvast dat wie veel kilometers aflegt met zijn salariswagen verlies boekt door voor de geldsom te kiezen."
Werkgevers mogen zich in elk geval aan flink wat vragen verwachten van hun medewerkers. En wellicht zijn ze zelf ook benieuwd wat het car-for-cash-principe concreet zou betekenen voor hun organisatie. Daarom ontwikkelden we bij SD Worx een handige berekeningstool waarmee je in enkele muisklikken te weten komt hoeveel cash een medewerker effectief zou ontvangen in ruil voor zijn auto. En hoeveel het de werkgever zou kosten. Zo kan de werkgever vandaag al overwegen of hij het systeem van de mobiliteitsvergoeding wilt invoeren in zijn bedrijf. Ook werknemers kunnen ermee berekenen wat voor hen de meest interessante keuze is.
Op de website van SD Worx kun je berekenen hoeveel cash je als werknemer zou kunnen krijgen in ruil voor de salariswagen.