Jesse Segers, co-directeur van het Expertisecentrum Leiderschap gaf in een interview met De Morgen zijn ideeën over macht, autoriteit en de leiders van morgen. Volgens hem zullen we in de toekomst leiders nodig hebben die hun macht kunnen delen. Wij delen alvast zijn belangrijkste uitspraken.
“We moeten dringend af van het cliché van de leider als eenzame man aan de top”
De leider van morgen moet een netwerk met andere leiders kunnen uitbouwen en zijn macht kunnen delen. Het succes van de grote held aan de top die beweert dat hij alles kan oplossen, zoals Trump, is verbonden aan de problemen van de huidige samenleving. In tijden van crisis vallen we terug op buikgevoel, angst en nationalisme waardoor figuren als Trump en Poetin floreren. Toch zijn het eerder de "Merkels en Obamas" die op termijn succesvol zullen zijn. Zij kijken naar de toekomst en proberen vernieuwing te verwezenlijken over de generaties heen met de hulp van of bouwend op hun voorgangers. Het zou ook absurd zijn om te denken dat één individu de steeds complexer wordende wereld kan sturen.
“Goed leiderschap is niet aangeboren, maar aangeleerd”
Leidinggevenden en leiders zijn niet hetzelfde. De eerste bekleedt een autoriteitspositie die voor richting, orde en veiligheid zorgt, terwijl leiders verandering teweegbrengen, wat in eerste instantie ontgoocheling en onrust veroorzaakt. Toch zijn het net deze leiders, die we nodig hebben om voor vooruitgang te zorgen. Leiderschap is ook geen aangeboren talent, zoals wel eens gedacht wordt. Het wordt grotendeels door de omgeving meegegeven en kan dus aangeleerd worden. Er bestaat dan ook niet zoiets als ‘kenmerken van een leider’.
“Kwetsbaarheid wordt een van de uitdagingen voor het gedeelde leiderschap”
Segers ziet de leider van de toekomst ook eerder als iemand die zich kwetsbaar kan opstellen. Het belang van autoriteit is geminderd en heeft plaats gemaakt voor authenticiteit. Werknemers willen een leider die empathie kan tonen, niet een die zich opsluit in zijn ivoren toren. Dit hangt ook samen met de macht die leiders hebben: door deze macht kunnen ze abstracter en op lange termijn denken, maar ze worden minder empatisch en ervaren ook minder engagerende emoties die leiden tot samenwerken (bv. dankbaarheid, mededogen).
“Een leider moet zich kunnen distantiëren van zijn werk”
Om die negatieve effecten van macht te vermijden is introspectie dan ook noodzakelijk. Continu aan het werk zijn zonder even met de voeten terug op de grond te komen, heeft een nefast effect. Je moet momenten inbouwen waarop je je als leider kan distantiëren van je werk en je kan nadenken over je macht en je positie. Hierbij kan je denken aan yoga, een boswandeling maken of met jeugdvrienden op café gaan.
“Een goede leider kan zichzelf wegcijferen voor het grotere plaatje”
Een andere noodzakelijke competentie van leiderschap is je verhaal en visie verkopen, maar wanneer leiderschap gelijk staat aan uithangbord spelen, mag je jezelf nooit boven je mensen plaatsen. Ook dit hoort bij gedeeld leiderschap. Ondanks dat mannen nog steeds aan de top staan, geven vrouwen op dezelfde manier leiding. Wel zijn ze gemiddeld iets coachender, waardoor ze geschikter zouden kunnen zijn voor gedeeld leiderschap. Toch zijn er even goed mannen die dit fantastisch kunnen en doen. Het zijn vooral de haantjes, die niet in gedeeld leiderschap geloven, die er op termijn uit zullen gaan.
Heb je zelf goesting om leiding te geven?